Ken je dat ongemakkelijke moment dat je de winkel uitloopt en het alarm ineens afgaat? Je werpt een snelle blik naar de kassière, ook al weet je zeker dat je alles netjes hebt betaald. Mijn wangen kleuren dan meteen vuurrood en het ergste: ik begin te stotteren. Alsof ik inderdaad op heterdaad betrapt ben.
Vanaf daar kan het twee kanten op. Of het personeel komt naar me toe, haalt het alarm eraf en zegt vriendelijk gedag, waardoor mijn humeur intact blijft. Of, zoals afgelopen dinsdag, zetten ze me voor schut met een luide: “Heeft u iets meegenomen?” Direct zag ik hoe passerende klanten een noodstop maakten en me afkeurend aanstaarden. Had er een valluik gestaan, dan was ik er linea recta ingedoken.
Toen ik eenmaal buiten was, nadat duidelijk was geworden dat de kassière inderdaad een alarmlabel had laten zitten en “sorry” niet in haar vocabulaire leek te zitten, werd ik pas echt pissig. Zo boos dat ik het wel uit kon schreeuwen. En dat deed ik ook, in mijn auto. Daarin ligt een cd van Alanis Morissette. Zij weet als geen ander hoe je woede omzet in muziek – perfect voor dit soort momenten. Ik schoof de cd in de speler, en zodra de muziek begon, vulde haar stem de auto met woorden die ik normaal nooit zou gebruiken, maar die uitstekend helpen om stoom af te blazen.
Gefrustreerd racete ik naar huis. Eén stoplicht stond op rood. Uit nieuwsgierigheid wierp ik een blik op de bestuurder naast me, een man die aan zijn gebaren te zien geen fan was van mijn muziek. In mijn frustratie draaide ik het volume nog wat hoger. Precies op dat moment zong Alanis: “F*** You!”
Thuis stapte ik helemaal zen uit de auto. Geen rode wangen meer, alleen pure rust. Echt, bij dit soort momenten moet je het ook eens proberen: cd’tje op, meezingen, alles eruit gooien. Ultieme therapie.
© Sophie Dijkgraaff