Op de lagere school had ik een juf handarbeid. Ik herinner me haar als een struise vrouw met hoog getoupeerd haar dat van achteren met een mooie speld in een “Grace Kelly rol” was vastgezet. Haar blouse was gevuld met een enorme bos hout die alle aandacht van haar gezicht afleidde. Of mag ik dat ook niet meer zeggen, bos hout? Nee? Oeps, het staat er al. Een ander kenmerk van haar was dat ze duidelijk articuleerde met het volume van een marktkraamhouder.
Dat ik me deze juf beter herinner dan de andere leerkrachten komt door een verhaal dat ze in de klas vertelde. Het precieze weet ik niet meer, het hoogtepunt was in ieder geval dat er op een dag een vleermuis in haar kapsel vastzat. De ene helft van de klas gruwelde, de andere helft barstte in lachen uit. Het verhaal werd daarna, door ons leerlingen, steeds verder opgeblazen. Op het laatst had het als slapstick zo op tv gekund. Door mijn avontuur eerder op de dag, moest ik weer aan haar denken. Dit gebeurde er.
Vroeg in de ochtend fietste ik naar het ziekenhuis. Ondanks het zachte winterweer was de gevoelstemperatuur, door een harde wind, min negen. In het voorbijgaan zag ik twee futen baltsen zoals ze doen in de lente. Meteen dacht ik aan de klimaatcrisis die we moeten bestrijden. Daarover piekerend stond ik tien minuten later in het ziekenhuis en een half uur later was ik weer buiten. Intussen had de wind zich omgevormd naar standje storm. Takken zwiepten aan de bomen, de futen hadden hun heil ergens anders gezocht. Trappend tegen de wind in, heb ik altijd, de wind kiest er altijd voor mij te dwarsbomen, hoorde ik een schril geluid: gak, gak, gak of kiJAA-ga-ga of ank-ang-ang. Het verschil zit 'm niet in het soort gans, wel in welke website je raadpleegt om ganzengeluid te beschrijven.
Enfin, omhoogkijkend zag ik waar de gans vandaan kwam. Alsof ik een voorgevoel had dook ik dieper weg in mijn winterjas. Een nutteloze actie. Terwijl de gans gillend overtrok, liet het zijn sluitspieren ontspannen en flats! Het enige geluk was dat de smurrie niet in mijn haar terecht kwam. De viezigheid landde bovenop mijn schouder vanwaar het doordroop over mijn mouw. *** gans! En op zo'n ongelukkig moment is er altijd wel iemand die een uiterst grappige opmerking weet te maken. In mijn geval een buurman: 'Alle zegen komt van boven!'
Nou, dat is fijn, maar kan het ook in een andere vorm en nee, ook niet als vleermuis!
©Sophie Dijkgraaff