Met grote moeite zoog ik mijn longen vol lucht. “Ik leef nog!”, hoorde ik mezelf gillen. Tranen liepen over mijn wangen. Ik voelde hoe mijn hart sneller begon te kloppen, mijn gedachten vlogen over elkaar heen. Wat was er gebeurd? Waarom lig ik hier? Mijn mond was kurkdroog. Nog een keer om hulp roepen lukte me niet. Ineens klonk van ver weg een stem: “Sophie, wakker worden!”
Wakker worden? Na het openen van mijn ogen zag ik een zwembad waarin kinderen dolden met een roze speelgoed flamingo. De grasweide, even verderop, was gevuld met zonaanbidders. Verbijsterd wiebelde ik mijn tenen heen en weer, ze deden het nog! En mijn armen? Ik stak er één in de lucht en sloot met mijn hand de zon uit. Ineens besefte ik dat het de stem van mijn vriendin was die me uit mijn droom had gehaald.
“Zo ben je weer wakker. Mens je lag te ronken, geen gehoor.”
Langzaam kwam de herinnering aan het gesprek dat we hadden vlak voor mijn ogen dichtvielen, boven. Om beurten deelden we enge anekdotes.
Zo kwam ook het verhaal van de 'overleden' vrouw uit Ecuador, Bella Montoya, ter sprake. Wat moet haar familie geschrokken zijn toen de dood verklaarde vrouw opeens op haar kist begon te bonken. Het is één van mijn ergste nachtmerries, levend in een doodskist terechtkomen, zoals in dit geval door een fout van de dokter. Om zo'n vergissing te voorkomen, heb ik het internet afgezocht naar mogelijke oplossingen.
Gelijk stuitte ik op 19e-eeuwse belletjes, fluitjes en een seinsleutel waarmee wakker geworden doden konden communiceren door gebruik te maken van Morsecode. Leuk bedacht, maar dan moet ik alsnog eerst in mijn kist liggen voor ik die instrumenten kan gebruiken. De oplossing die ik daarna las was simpeler. Het schijnt zo te zijn dat na het overlijden van een paus, de camerlengo degene is die formeel het overlijden van de kerkvorst vaststelt. Daarvoor moet hij staande bij het dode lichaam driemaal de doopnaam van de paus roepen. Daarna, zo schrijft het protocol voor, tikt hij met een klein zilveren hamertje op het hoofd van de religieus leider. Reageert hij dan nog niet, dan is hij echt dood.
Direct nadat ik over dit ritueel had gelezen, heb ik mijn vriendin de rol van kamervrouw toegewezen. Dit klusje moet natuurlijk wel door een rouwende nabestaande worden uitgevoerd. Stel dat ik, na zo'n tik op mijn hoofd, uitroep: “Ik leef nog!” en er staat iemand naast me die een bloedhekel aan me heeft, is de kans groot dat ik alsnog ga hemelen.
© Sophie Dijkgraaff