Door het vensterkozijn omlijst ligt de straat als een schilderij voor haar. De donkere nacht, die haar wederom geen dromen heeft geschonken, geeft zich over aan de opkomende zon die de straatverlichting in een vast ritme één voor één uitknipt. Een nieuwe werkdag wacht op de mensen die nu nog druk zijn met douchen en ontbijten.

Langzaam strekt ze haar rimpelige hand, waaraan een trouwring bungelt, uit naar het koordje dat onder de vaalgroene lampenkap uitsteekt. Alsof de diamant in de ring weet dat duister gaat volgen, toont hij uitbundig zijn glinstering waarna hij door een zacht tik net zo uitvaagt als de lichtbundel. Zo in de schemer met als enige geluid de tijdwegtikkende klok, is de bewoonster van het appartement onzichtbaar. Onzichtbaar voor de buurman die ze op zijn fiets ziet stappen waarbij zijn geïrriteerde blik haar niet ontgaat. Onzichtbaar voor zijn vrouw die ze even later, hun zoontje op de arm, met hoge snelheid ziet vertrekken. Bob, Sandra en Timmy. Ze kent hun naam van de vele roddels, ze kent hun ochtendgewoonte waarin ze vandaag een paar ongebruikelijke gebeurtenissen registreert.

8.45 uur Bob springt op zijn fiets.
9.00 uur Sandra verlaat de woning met hun dreinende peuter Timmy.
10.15 uur Sandra keert terug, zonder Timmy maar met een zware boodschappentas.
10.30 uur Bob is terug. Vreemd op een werkdag.
11.00 uur Sandra sluit de slaapkamergordijnen. Is ze ziek? Verder is er geen sterveling te zien.

Op het tijdstip dat ze Sandra de gordijnen ziet sluiten, opent haar dochter de woonkamerdeur.
‘Goedemorgen mama.’
‘Goedemorgen lieverd. Fijn dat je langskomt. Kun je me helpen, ik moet nog douchen en Thuiszorg laat op zich wachten.’
‘Tuurlijk, je kunt toch niet de gehele dag in je ochtendjas blijven zitten!’
Langzaam rolt Rita de rolstoel, waarin haar moeder zich al vele jaren voortbeweegt, naar de badkamer.

‘Vertel, hoe is het na je terugkomst uit Frankrijk? Gaan jullie het nog een keer proberen?’ Rita hoort de hoop die doorklinkt in haar moeders stem. Ze weet hoezeer schoonmoeder en schoonzoon op elkaar gesteld zijn geraakt.
‘Richard wil dat we in therapie gaan.’
‘Misschien niet zo’n slecht idee. Praten met buitenstaanders kan soms een waardevolle kijk op de omstandigheden geven.’
‘Ach, het ligt niet zozeer aan Richard, het is meer die dagelijkse routine die me nekt. Ik wil zo graag het leven voelen. Ik kan het niet uitleggen maar alle vaste structuren waarin we nu gevangen zitten, zijn dodend voor mijn creativiteit. Tijdens mijn verblijf in Le Tréport voelde ik me vrij. Genoot ik van elke dag, verzon ik het ene verhaal na het andere.’
‘Volgens mij heb je het nu over verveling. Geloof me, in Frankrijk had je dat op den duur ook gevoeld. Bedenk eens wat je daar deed en doe dat hier ook. Van wat ik begreep was je daar veel onder de mensen, hier zit je soms dagen alleen thuis. Begin met daar verandering in te brengen. Ga eropuit, maak nieuwe vrienden!’

Terwijl het Nespresso-apparaat staat op te warmen tuurt Rita uit over de tuinen die zich ingeklemd tussen het vierkante blokwoningen bevinden. Gedreven door een onzichtbare aantrekkingskracht vallen haar ogen op de aangrenzende hoekwoning waar een hoogbejaarde dame uitbundig staat te zwaaien. Ze herkent mevrouw De Vries. Nog voor ze haar hand kan opsteken om terug te groeten, toont zich een jonge vrouw waarvan het gezicht een afspiegeling is van de bejaarde dame als bakvis. Ook zij maakt een wuivend gebaar terwijl ze gelijktijdig iets zegt waardoor de ogen van mevrouw De Vries gaan glinsteren als zojuist geboren sterren. ‘Oma en kleindochter,’ zegt het akelige stemmetje in Rita’s gedachten. ‘Moeder, dochter. Oma, kleinkind. Niet voor jou weggelegd.’ Een diep verdriet neemt net zo plots bezit van haar als het geluid dat zich door de muren en ramen binnendringt. Met twee gevulde kopjes loopt ze naar de woonkamer waar haar moeder nieuwsgierig naar buiten gluurt. Voor een huis even verderop staat een man voor een huis bebloesemd met Toverhazelaar.

Een ambulancebroeder loopt naar buurman, kijkt omhoog. Ze is zichtbaar. Zichtbaar voor Bob die in een bebloed overhemd radeloos om zich heen kijkt. Ze is zichtbaar voor de broeders die met een brancard het huis verlaten. Ze is zichtbaar voor de agent die haar buurman met zachte dwang naar een politieauto begeleid en zich nu tot haar went. Ze kent haar buren, zo goed dat ze haar verklaring secuur kan afleggen. 

FAMILIEDRAMA LEIDSCHE RIJN
In een woning aan de X-straat is gistermorgen het lichaam van een levenloze vrouw aangetroffen. De echtgenoot, een man van 35 jaar, is aangehouden. Hij heeft inmiddels een verklaring afgelegd. Hun minderjarige kind is aan jeugdzorg overgedragen. Over de achtergrond van dit familiedrama kunt u verder lezen op pagina 11, waar uw verslaggeefster Rita Andeweg een artikel heeft opgetekend.

Dit verhaal en alle namen zijn bedacht door Sophie Dijkgraaff
 

 
Wij maken op deze website gebruik van cookies. Een cookie is een eenvoudig klein bestandje dat met pagina’s van deze website wordt meegestuurd en door uw browser op uw harde schrijf van uw computer wordt opgeslagen.