Ze kwam als een wervelwind op me af. Voor ik het wist, raakte ik verstrikt in een omhelzing die me deed denken aan een worstelwedstrijd. Zonder aarzeling plantte ze meerdere koraalrode lipstickzoenen op mijn wangen alsof ze een kunstwerk aan het stempelen was. Mijn brein dook in het stoffige archief van mijn herinneringen, wie was deze vrouw? Een vroegere schoolvriendin? Buurvrouw? Iemand uit mijn yogaklas die ik zonder yogamatje onder haar arm niet herkende?

Totaal overdonderd besefte ik weer eens, knuffelen en kussen heb ik niet in mijn genen meegekregen. Als mijn ouders ooit aan een kampioenschap knuffelen hadden deelgenomen, zouden ze geen schijn van kans hebben gemaakt op een prijs. De liefkozingen die mijn ouders hun kinderen gaven, gingen niet verder dan een aai over de bol. Sporadisch sloegen ze een arm om ons heen, bij feestelijke of juist treurige gelegenheden. Ach, genegenheid kent vele vormen, nietwaar? Een liefdevolle blik is soms meer waard dan duizend knuffels.

Mijn aversie tegen het knuffel- en kussenritueel met vreemden is tijdens het coronatijdperk verder toegenomen. Het was heerlijk dat ik me toen niet druk hoefde te maken over hoe ik een vreemde moest begroeten. Landelijk was zwaaien of buigen met de hand op je hart de trend. Ik was vast niet de enige die deze welkomstgroet fijn vond. Hoe vaak heb jij je hoofd richting een relatieve vreemdeling bewogen, je ogen gesloten – doe jij dat ook, kussen met gesloten ogen?— en met een lichte weerzin gehoopt dat je de juiste plek raakte en niet ergens ernaast?

In een opwelling kreeg ik het briljante plan om Reinildis van Ditzhuyzen te bestoken met de vraag een nieuw hoofdstuk toe te voegen aan haar boek "Hoe hoort het eigenlijk?", om meer helderheid te krijgen over het begroetingsritueel van straatknuffelaars. Natuurlijk is dat plan gedoemd te mislukken. Reinildis heeft vast belangrijker zaken aan haar hoofd dan mijn verzoek om straatgroet-etiquette-advies Ik denk dat het volgende idee beter is: ik ga mijn angst voor het knuffelen en kussen met vreemden overwinnen. Vanaf nu, zo beloof ik plechtig, zal ik mijn hoofd in de juiste hoek draaien, mijn ogen sluiten en mijn wang met volle overtuiging aanbieden aan mijn medemens. Rest mij nog de prangende vraag: wie was die smakzoenende dame?

© Sophie Dijkgraaff

 

Wij maken op deze website gebruik van cookies. Een cookie is een eenvoudig klein bestandje dat met pagina’s van deze website wordt meegestuurd en door uw browser op uw harde schrijf van uw computer wordt opgeslagen.