In mijn jeugd hadden mijn ouders als topprioriteit: ervoor zorgen dat hun kroost veilig buiten kon spelen. Thuis was dat lastig, onze straat was net een snelweg met auto's die voorbijraasden als gekken. Gelukkig bracht een Constructam caravan, een typisch staaltje Belgische degelijkheid, de oplossing. Met een auto voorzien van een trekhaak, stonden we klaar voor grenzeloze vrijheid. Tot we een fantastische plek ontdekten op een camping in Amerongen. Onze grote reisplannen werden snel vervangen door wekelijkse kampeeravonturen.
Elke dag wordt mijn inbox overspoeld door mails van bedrijven die me de hemel in prijzen, me als een toegewijde klant beschouwen en de meest fantastische kortingen beloven voor mijn volgende aankoop. Zo ontving ik onlangs talloze aanbiedingen van een juwelier, waar ik eerder het batterijtje van mijn horloge had laten vervangen. Na één bezoek sta ik voor eeuwig in de maillijst, zo lijkt het.
De aanloop naar H's vertrek bracht totale chaos in mijn huis. Ik sleepte met tassen en kratten, terwijl ik me verwonderde over de hoeveelheid spullen die een mens kan vergaren. Stapels cd's torenden hoog op, wachtend om uitgezocht te worden. In de muziekberg vond ik namen van Franse zangers en het magische geluid van Mikis Theodorakis, die met zijn Griekse tunes me uit de somberste momenten kan trekken.
Gisteravond zat ik naar buiten te staren. De romantiek van een met sterren bezaaide hemel bleef een onvervulde wens. Sterren verstoppen zich al jarenlang achter de lichtvervuiling die de stad domineert. De maan was er wel, een volle maan. Terwijl ik naar de nachtelijke hemel keek, liet ik mijn gedachten nog eens afdwalen naar het boek dat ik zojuist uitgelezen in mijn boekenkast neerzette, in de verwachting het nog eens te lezen.
In mijn leven heb ik een indrukwekkende collectie angsten verzameld. Muizen, spinnen en ratten – ze hebben allemaal een plek op mijn angstlijst. En wanneer ik onverhoopt opgesloten raak in bijvoorbeeld een lift, gil ik harder dan een tiener op een popconcert. Je vraagt je wellicht af waarom ik deze angsten met je deel? Wel, dat komt door een avontuur dat ik meemaakte in het land van de stokbroden en croissants, Frankrijk.
Afgelopen dinsdag hebben we de twintigste sterfdag van mijn moeder herdacht met een familiediner. Tijdens dit samenzijn brachten we de verhalen die we door de jaren heen hadden gedeeld weer tot leven. Ik vertelde over de zondagmiddagen die ik met mijn ouders doorbracht.
Afgelopen maandag zat ik heerlijk buiten op mijn balkon. Ik genoot van het zonnetje en het schilderachtige panorama van de vijver waaraan ik woon. De herfst onthulde een mooi kleurenpalet, maar de zachte weersomstandigheden en de eenden die vrolijk ronddartelden in het water, gaven eerder de indruk van een lentemiddag.
Ik had een feestje in de Schiecentrale, een van de trendy uitgaansgelegenheden van het Lloydkwartier in Rotterdam. Het thema van de avond was disco. Nu was ik vroeger geen fervente discofan, ik ging weleens naar de disco, maar de kledingstijl liet ik volledig aan me voorbij gaan. Ik was een rockchick. Mijn kledingkast was gevuld met leren rokken, netkousen en schoenen met torenhoge hakken. Dus voordat ik naar het feest ging, moest ik mijn geheugen even opfrissen. Hoe kleedden de echte discogangers zich ook alweer?
Wanneer je net als ik aan een vijver woont, krijg je vaak de vraag: "Zitten er ook vissen in?" Het antwoord is een volmondig 'ja'. In onze vijver zwemmen gigantische karpers. Gelukkig zie ik de laatste tijd minder vissers langs de kant om deze majestueuze wezens te vangen. Het was altijd zo'n treurig gezicht: zo'n kolossale karper die bungelde aan een haakje. Eenmaal op de kant, met een gekneusde lip, werd de vis gebombardeerd tot fotomodel. Met dwang moest het dier in allerlei ongemakkelijke poses poseren voor de extatische visser. Zo kon de hengelaar later nog eens met vertedering terugkijken op hetgeen hij aan de haak geslagen had.
Na ons laatste saunabezoek, afgelopen augustus, werden we bij vertrek verrast met een kortingsbon. Mijn vriendin stopte die bon zorgvuldig in haar zak. Er was geen twijfel mogelijk: deze voucher zouden we zeker gaan verzilveren. Zo kwam het dat we onlangs op een zonnige dag opnieuw door het Bergse Bos richting sauna reden.
Het was tijd om de buitenboel te schilderen, zo vond onze Vereniging van Eigenaren. Dus verscheen er een schilder aan mijn voordeur, die zich voorstelde als Erik, om een afspraak te maken. Achter hem stond een jongere man. Zijn pet prijkte achterstevoren op zijn hoofd, alsof hij de wereld uitdaagde. Erik stelde hem voor als leerling-schilder. Zijn ouders hadden vast een betere naam voor hem bedacht, maar ik besloot mijn gedachten niet uit te spreken. Ondertussen hoorde ik Erik zeggen dat ik niet noodzakelijk thuis hoefde te zijn tijdens de werkzaamheden. "De leerling kan wel via het balkon heen en weer klauteren", voegde hij eraan toe. Dat leek me geen goed idee. Stel je voor dat hij door het glas bovenop de balkonmuur zou trappen. In dat geval zouden er nog meer mannetjes mijn territorium betreden. Ik ben geen fan van ongenode gasten. We maakten dus een afspraak voor een dag waarop ik thuis zou zijn.
Als je net als ik een liefhebber bent van bloemen, laat je geen kans voorbijgaan om tuinen te verkennen. Zo ging ik eerder dit jaar met mijn zus op tuinreis naar Münster. Drie dagen bezochten we tuinen en keken we onze ogen uit. Ondanks het weer dat ons bepaald niet gunstig was; het plensde tachtig procent van de tijd.
Het aangaan van een praatje met een onbekende vormt geen enkel probleem voor mij. Vanochtend nog voerde ik een vlot gesprek in de supermarkt met een dame die mijn boodschappen zonder enige terughoudendheid over de scanner zwiepte en ze met een vaart op de rolband gooide. "Zou je het iets rustiger kunnen doen?" vroeg ik nadat de familiezak chips – ja, ik weet het – bijna geraakt werd door een galiameloen. "Natuurlijk, maar er staan nog meer mensen te wachten, toch?" De woorden die daarop volgden, laat ik liever achterwege vanwege het taalgebruik van mijn gesprekspartner. Het resultaat? Die caissière zal me nooit meer zien.
Ik heb een wat vreemde eigenschap. Nou ja, eigenlijk heb ik er meerdere, maar daarover schrijf ik later nog eens. Laat ik niet langer je tijd verspillen: ik bezoek graag begraafplaatsen. En dan niet zoals Rob Kemps, de begraafplaatsen van bekende chansonniers op Cimetière du Père-Lachaise, al moet ik toegeven, het graf van Édith Piaf heb ik wel bezocht. Toch vind ik het interessanter oude begraafplaatsen te bezoeken waar voor ons onbekende mensen hun laatste rustplaats hebben gevonden.
De vakanties zijn afgelopen. Alle spullen die we meezeulden liggen weer op hun plek. Kersverse avonturen sluimeren in onze herinneringen om ooit nog eens tijdens een verjaardag op te rakelen. En dat is best zonde. Niet van de spullen, wel van de verhalen. Ik kan enorm genieten van de avonturen die we meemaken zodra we Nederland achter ons laten.
Op tv zag ik dat blootsvoets lopen een trend is. We zijn blijkbaar allemaal op zoek naar onthaasten, loslaten en innerlijke rust, want dat is wat blootvoets lopen met zich meebrengt. Je wordt er heerlijk zen van. Ik doe niet mee aan de blotevoetenhype. Nee, dat schrijf ik niet goed. Ik doe er wel aan mee, maar niet omdat het nu ineens een modegril is. Jaren geleden ben ik met Nina al een blootvoets avontuur aangegaan.
Daar stonden mijn zus en ik dan, klaar voor een avontuurlijke tuinreis naar het pittoreske Münster. Gewapend met onze paraplu's en regenjassen tegen de dreigende wolken, stapten we vol goede moed in de bus op station Amersfoort. De volgende groep tuinliefhebbers zou in Barneveld opstappen, waarna we via Zwolle aan de reis konden beginnen.
Zodra we de slagboom voorbij waren gereden passeerden we de kantine. De plek waar het campingleven bruiste en vermaak volgens een vast weekschema plaatsvond. Op maandagmiddag werd er fanatiek geklaverjast, gevolgd door swingende danslessen op dinsdagmiddag. Woensdag was gereserveerd voor kindervermaak, de donderdagmiddag stond in het teken van de creabea’s. Op de vrijdag- en zondagmiddagen werd er geborreld. Ongeveer zo zag het schema eruit, precies weten doe ik het niet meer.
Toen ik ongeveer acht jaar was vond er een grote verandering in mijn leven plaats: onze sleurhut werd omgeruild voor een stacaravan. Dit nieuwe vakantieverblijf bood ons niet alleen meer leefruimte en een eigen slaapkamer voor mijn zus en mij, het grootste voordeel was een echt toilet. Dat paste ons wel. Weg waren de dagen van het gerommel in de voortent terwijl iedereen kon meeluisteren naar de natuurlijke geluidseffecten die soms ontsnapten. Hoewel we als familie onder elkaar waren, had ik er altijd moeite mee rustig het kleinste kamertje te bezoeken, terwijl mijn moeder zowat naast me de aardappelen zat te jassen.
“Twee nachten logeren in een kasteel, wie wilde zoiets niet?” Deze vraag las ik in het boek Engelenhaar van Bart Chabot. Van Barts levensverhaal stapte ik moeiteloos over naar de beelden die mijn fantasie voorschotelde. Ik zag mezelf rijden in een Lancia Lambda over een lange oprijlaan, op weg naar een prachtig kasteel dat majestueus aan het einde verscheen. Voor de houten toegangsdeuren stond een rits personeelsleden à la Downton Abbey klaar om me te begroeten. Zodra ik uitstapte, werd mijn bagage direct overgenomen door een kofferdrager. Naast koffers had ik een chique gouden kledingrek meegenomen met een garderobe die koningin Maxima niet zou misstaan. Hoe ik dat rek in de cabriolet had vervoerd? Dat vertelde mijn verbeelding niet, maar het was vast een hoop gedoe.