“We worden oud, Sophie.” Nina keek me aan vanaf haar bank. Zoals altijd had ze een kussentje op schoot, zodat ze tijdens het praten aan de randjes kan frutselen. De mens heeft rare gewoontes. Met ‘we’ bedoelde ze haar vriend en mij. Hij heeft vorige maand Isaak gezien, ik tik volgende maand ook de zestig aan.

Mijn oog viel op een boek dat prominent op de salontafel lag: Mijn eerste jaar. Een cadeautje dat Nina’s vriend had gekregen, vol foto’s en herinneringen uit 1964. Nina volgde mijn blik, pakte het op en bladerde erdoorheen. Ik schoof naast haar en aan de hand van de foto’s in het boek liepen we het verleden in. Vooral de muziekpagina’s met foto’s van de Rolling Stones, Bob Dylan, Charles Aznavour en Johnny Hallyday trokken onze aandacht. Artiesten die ik nog altijd bewonder.

De magie van muziek werkt zelfs zonder een noot te horen. “Weet je nog, dat vriendje van me, die in zijn paarse ochtendjas op de eetbar, met een bierglas als microfoon, vol overgave Purple Rain van Prince voor me zong?”
Nina grinnikte. “Ja, dat verhaal heb ik vaak gehoord. Altijd goed voor een lach.”
“En mijn campingavonturen? Steevast hoor ik daarbij het nummer Laying in the Arms of Mary van de Sutherland Brothers. Mijn eerste grote liefde staat me ook nog helder voor de geest. Ik zie nog voor me hoe hij een varkenskop in een pan snert omdraaide, ondertussen luidkeels meezingend met Lynn Anderson: ‘I beg your pardon, I never promised you a rose garden.’ Dat meende hij ook echt, bleek later, toen hij voor mijn neus met een majorette stond te zoenen. Au!”

Zonder logica schoten mijn gedachten door naar Tonny. Tonny, met wie ik op peuterleeftijd in het ziekenhuis lag, beiden vechtend tegen kinderkanker. Op mijn vierde verjaardag mocht ik na een lange periode van chemo en bestraling naar huis. Diezelfde dag overleed Tonny. Net als mijn angst voor terugkerende kanker, is Tonny altijd bij me gebleven. Ook in deze storm van herinneringen ontbrak hij niet.

Vanaf mijn kleuterjaren wandelden we terug naar het nu, naar onze gezamenlijke, knotsgekke avonturen. Van mijn rol tijdens een eerstehulpsituatie, toen Nina haar oog had dichtgeplakt met een ooglid-correctiepleister, tot onze weekendjes weg naar de Ardennen waar Nina werd uitgejoeld door een groep wielrenners terwijl ze, hangend aan een trekhaak, wildplaste en later dacht dat een vuilniszak een wild zwijn was … Middenin ons lachfestijn verklaarde ik plechtig: "Ouder worden we, maar saai? Dat nooit." Nina knuffelde me stevig: “Nee, dat gaan we nooit worden, Rebekka! Op naar nog meer doldwaze herinneringen."

© sophie Dijkgraaff

Klik op de blauwe woorden en luister naar de muziek of lees over mijn avonturen.

Wij maken op deze website gebruik van cookies. Een cookie is een eenvoudig klein bestandje dat met pagina’s van deze website wordt meegestuurd en door uw browser op uw harde schrijf van uw computer wordt opgeslagen.