Het was zo'n zomeravond die eeuwig had mogen duren. Ik zat tevreden met een boek en een gin-tonic op mijn terras. Alles pais en vree, totdat een rauwe mannenstem de avondstilte bruut doorkliefde. Zo'n stem die je meteen doet opschrikken. En die woorden. De soort die ik liever niet herhaal. De meeste begonnen met een k of t. Duidelijk?
Heb jij dat ook, dat je een onaangenaam karwei uitstelt tot je er echt niet meer omheen kunt? Ik kan werkelijk van alles verzinnen om een klus voor me uit te schuiven. Vandaag ging ik zelfs zo ver dat ik op de sociale media de poes van een voor mij onbekend persoon feliciteerde. Voordat je deze zin verkeerd opvat, ik was natuurlijk reuze blij dat Snoeziepoezie jarig was. Maar had ik het karweitje dat wachtte eindelijk aangepakt, dan waren mijn gelukwensen nooit bij de poes terechtgekomen.
In de afgelopen week kwamen er herinneringen bovendrijven aan de herfstvakantie van 1986. Samen met mijn vader, moeder, grote zus, kleinere broer en zijn vriendin bracht ik die door in Ermelo. De omgeving en het vakantiepark waren me bekend; ik bezocht de locatie eerder tijdens een schoolwerkweek. Die ervaring was destijds geweldig! Enig nadeel was dat wij, vijfentwintig jongens en meisjes, 's nachts strikt gescheiden gehouden werden door waakhonden die de nachten doorbrachten op de gang. Best flauw want, zo bleek uit de geruchten achteraf, diezelfde juffen en meesters hadden zelf de huisregels aan hun laars gelapt.
Omdat het weekeind voor de deur stond, en daarmee veel leesuurtjes, kocht ik afgelopen week weer eens een vrouwenblad. Ik vind het fijn om tussen twee boeken mijn brein te resetten door iets luchtigers te lezen. Doe ik dat niet, dan loop ik de kans dat de personages uit boek één zo doorlopen naar het tweede boek.
De eerste keer dat ik Parijs bezocht was ik een jaar of twintig. Samen met Nina, mijn vriendin, zoefde ik met de trein Gare du Nord binnen. Door het prachtige stationsgebouw in beaux-artsstijl, kwamen we direct in de juiste stemming. Tegenover het station dronken we bij brasserie Terminus een kop koffie, waarna we op zoek gingen naar een kamer.
Ben jij ook zo'n type dat een kappersbezoek zolang mogelijk uitstelt? Ik wel. Tot ik op een dag mijn bed uitkom en denk, ja nu moet het toch echt gebeuren. En dan het liefst à la minute. Gelukkig heeft mijn kapster meestal wel een gaatje waar ik net inpas. Zo ook afgelopen dinsdag. 's Morgens belde ik, 's middags kon ik komen.
Mijn onbedwingbare kooplust dreef me de bus in naar het stadscentrum. Blijkbaar waren er meer mensen met dezelfde gedachte: de bus was stampvol. Ik had geluk, ik vond een plek en kwam naast een vrouw terecht die onrustig wiebelde alsof ze op hete kolen zat.
Het matige weer van de afgelopen week heeft me zin gegeven om naar het buitenland te gaan. Aangezien de vakantie nog even duurt, heb ik een stapel boeken van Frances Mayes op mijn eettafel liggen. Haar prachtige verhalen over haar leven in Italië laten me spontaan dromen van een eigen casa dei sogni, een droomhuis, in pizzaland.
In mijn gang hangen twee houten schaatsjes van toen ik een jaar of vijf was. Ze herinneren aan die winters dat mijn zus en ik schaatslessen kregen van mijn vader. Hij hield een stoel rechtop aan de leuning, en daar hingen wij achter. Mijn zus had de slag al snel te pakken, ik niet. Zelfs toen ik mijn vader had ingeruild voor een tienerliefde die me meenam naar de Ton Menken ijsbaan, lag ik vaker op het ijs dan dat ik erop stond.
Mijn vriendin Nina was al tijden vruchteloos op zoek naar een outfit voor een bruiloft. Tot ze vorige week in een over ander hip tijdschrift een waanzinnige jurk ontdekte. Eén probleempje: de winkel die deze moet-ik-hebben jurk verkocht, bevond zich in België. Om precies te zijn, in de stad Namen. Hoewel ik in eerste instantie wat tegensputterde, leek het me uiteindelijk een prima excuus voor een weekendje weg. Zo gingen we, vol gas, richting Wallonië.
Voordat Nina, mijn vriendin, op vakantie naar Cochem vertrok, moest er een hoop geregeld worden. Wat neem je mee? Omdat Nina niet kon kiezen verdween haar hele zomergarderobe, inclusief bijpassende schoenen, in drie enorme koffers. Het volgende punt op het afvinklijstje was: een oppas vinden voor Lucca, haar teckel. Voor één dag, de rest van de tijd zou hij doodgeknuffeld worden door Nina’s ouders. En wat doe je dan als vriendin? Precies, je biedt je aan.
Vroeger denderden caravans als een tsunami door de straten, een onmiskenbaar teken dat de vakantie was begonnen. Tegenwoordig zijn het campers die voorbijrazen. De rondreizende medemens wil wel eens wat anders, zo blijkt. Al deze gein is aan mij niet besteed. Jaren geleden wilde ik nog wel een tent opzetten, nu heeft een hotel mijn voorkeur. Liefst een klein onderkomen in een landelijke setting waar je vanaf het terras zo je bed kunt induiken. Trouwens, dat doet me ergens aan herinneren.