De afgelopen week was ik aan het opruimen en tussen bergen oude tijdschriften dook er plots een krant op. Een artikel sprong eruit: de zeehavenpolitie van Rotterdam had een man in de kraag gevat die bijna dertig mille in zijn hotelkamer had verstopt. Het werd nog gekker toen bleek dat hij geen idee had waar dat geld vandaan kwam én ook nog eens een nep-ID op zak had. Kortom, hij werd ingerekend. De aanhouding kwam voor de politie onverwachts. Eigenlijk waren ze voor iets totaal anders ter plaatse. Maar ja, die kerel viel hartstikke op met zijn zenuwachtige gedrag.
Het matige weer van de afgelopen week heeft me zin gegeven om naar het buitenland te gaan. Aangezien de vakantie nog even duurt, heb ik een stapel boeken van Frances Mayes op mijn eettafel liggen. Haar prachtige verhalen over haar leven in Italië laten me spontaan dromen van een eigen casa dei sogni, een droomhuis, in pizzaland.
In mijn gang hangen twee houten schaatsjes van toen ik een jaar of vijf was. Ze herinneren aan die winters dat mijn zus en ik schaatslessen kregen van mijn vader. Hij hield een stoel rechtop aan de leuning, en daar hingen wij achter. Mijn zus had de slag al snel te pakken, ik niet. Zelfs toen ik mijn vader had ingeruild voor een tienerliefde die me meenam naar de Ton Menken ijsbaan, lag ik vaker op het ijs dan dat ik erop stond.
Mijn vriendin Nina was al tijden vruchteloos op zoek naar een outfit voor een bruiloft. Tot ze vorige week in een over ander hip tijdschrift een waanzinnige jurk ontdekte. Eén probleempje: de winkel die deze moet-ik-hebben jurk verkocht, bevond zich in België. Om precies te zijn, in de stad Namen. Hoewel ik in eerste instantie wat tegensputterde, leek het me uiteindelijk een prima excuus voor een weekendje weg. Zo gingen we, vol gas, richting Wallonië.
Voordat Nina, mijn vriendin, op vakantie naar Cochem vertrok, moest er een hoop geregeld worden. Wat neem je mee? Omdat Nina niet kon kiezen verdween haar hele zomergarderobe, inclusief bijpassende schoenen, in drie enorme koffers. Het volgende punt op het afvinklijstje was: een oppas vinden voor Lucca, haar teckel. Voor één dag, de rest van de tijd zou hij doodgeknuffeld worden door Nina’s ouders. En wat doe je dan als vriendin? Precies, je biedt je aan.
Vroeger denderden caravans als een tsunami door de straten, een onmiskenbaar teken dat de vakantie was begonnen. Tegenwoordig zijn het campers die voorbijrazen. De rondreizende medemens wil wel eens wat anders, zo blijkt. Al deze gein is aan mij niet besteed. Jaren geleden wilde ik nog wel een tent opzetten, nu heeft een hotel mijn voorkeur. Liefst een klein onderkomen in een landelijke setting waar je vanaf het terras zo je bed kunt induiken. Trouwens, dat doet me ergens aan herinneren.