Mensen met een positieve inborst, ik ben er dol op. Lieden die denken in kansen, de goede kant van de zaak inzien, niet klagen, maar dragen en ons en passant trakteren op positieve quotes waar meestal zo'n opgeheven duimpje bij staat. Ondanks dat ik ook bij mijn geboorte een roze bril kreeg meegeleverd, heb ik toch zo af en toe flink de pee in. Zoals René Gude, Denker des Vaderlands, eens zei: 'Het leven is een gedoetje.'
Een vraag die mij achtervolgt is, wat wil je later worden? Dat begon op de lagere school, alleen was het toen mijn vader die antwoordde. Ik was een meisje, dus voorbestemd te trouwen, te baren, te koken en natuurlijk te poetsen. De pantoffels klaarzetten liet hij nog net achterwegen. Ik neem het hem niet kwalijk, het waren andere tijden.
Het schrijven van deze columns vind ik leuk werk. Daarom ben ik ook zo blij met jou als lezer. Wat wel lastig is, elke week een nieuw onderwerp verzinnen. Daarom ligt er op mijn werktafel een papiertje met twee vragen: heb ik iets leuks meegemaakt? Was er iets waar ik me ontzettend over opgewonden heb?
Als klein kind bezat ik het vermogen mij totaal af te sluiten van mijn omgeving. Uren kon ik op de bank zitten, met opgetrokken knieën waar ik mijn armen omheen sloeg. Waar ik aan dacht? Geen idee. Ik ben niet zo'n soort mens die herinneringen heeft aan de eerste levensjaren. Mogelijk was dat in het luchtledige staren een manier om de gebeurtenissen van de dag te verwerken. Wat ik wel weet is dat ik mijn moeder soms gek maakte met mijn dagdromerij: 'Sophie, hoor je me niet? Sophie!'
Tot mijn zestiende jaar was ik helemaal weg van de muziek van Abba. Boven mijn bed hing een grote poster van het viertal gekleed in glimmende blauwe pakken. Daarna kwam Bob Marley. Nadat ik zijn hit War hoorde, een strijdlied tegen ongelijkheid, was ik direct verkocht. De poster van Abba werd ingeruild voor een megafoto van de rastafari. Zijn platen verzamelde ik naast mijn pick-up waarop ik ze stuk voor stuk grijs draaide. Ik hoor mijn moeder nog roepen: 'Sophie, kan dat niet wat zachter!' Een paar maanden na het overlijden van de King of Reggae verliet ik het ouderlijk huis. Boven mijn bed kwamen geen posters van popmuzikanten te hangen, dat vond ik kinderachtig.
Het lijkt de laatste tijd wel of we massaal terug willen naar vroeger. Na jaren van cd's luisteren of muziek streamen grijpen we terug naar de lp met als argument: het warme geluid dat het ronde stukje vinyl voortbrengt. Het bijgeluid van krasjes, tikjes en kraakjes, nemen we voor lief. Ik ook. Al is bij mij de platenspeler nooit weggeweest.
Met Nina naast me draaide ik mijn auto het parkeerterrein van de sauna op. We zouden ons die dag eens lekker laten verwennen. Vanuit mijn ooghoek zag ik een klein opstootje. De reden hadden we snel gevonden. Een auto lag met zijn neus in de greppel die twee parkeervakken scheidt. Waarschijnlijk dacht de bestuurder snel het terrein te verlaten door over het vak vóór hem te rijden. Ik zag de brokkenpiloot met een zakdoek zijn voorhoofd deppen. Naar het zich liet aanzien ontving hij goede raad van toekijkende stuurlui.
Je hebt het vast ook weleens, zo'n dag dat je denkt, geef mijn portie maar aan Fikkie, ik kruip in bed en trek het dekbed over mijn hoofd. Zo'n dag had ik op de warmste zomerdag tot nu toe. Hoewel, dichter bij de waarheid is dat ik een baalavond had. Overdag was alles best goed gegaan.
Het was zo'n zomeravond waarvan ik hoopte dat hij nooit voorbij zou gaan. Tevreden zat ik met een boek en gin-tonic, op mijn terras. Alles pais en vree. Tot er een mannenstem de stilte doorkliefde met woorden die weinig vriendelijk waren. De meeste begonnen met een k of t. Ben ik duidelijk genoeg?
Heb jij dat ook, dat je een onaangenaam karwei uitstelt tot je er echt niet meer omheen kunt? Ik kan werkelijk van alles verzinnen om een klus voor me uit te schuiven. Vandaag ging ik zelfs zo ver dat ik op de sociale media de poes van een voor mij onbekend persoon feliciteerde. Voordat je deze zin verkeerd opvat, ik was natuurlijk reuze blij dat Snoeziepoezie jarig was. Maar had ik het karweitje dat wachtte eindelijk aangepakt, dan waren mijn gelukwensen nooit bij de poes terechtgekomen.
Omdat het weekeind voor de deur stond, en daarmee veel leesuurtjes, kocht ik afgelopen week weer eens een vrouwenblad. Ik vind het fijn om tussen twee boeken mijn brein te resetten door iets luchtigers te lezen. Doe ik dat niet, dan loop ik de kans dat de personages uit boek één zo doorlopen naar het tweede boek.
In de supermarkt belandde ik afgelopen week in een scenario dat ik nooit had kunnen bedenken. Dat kwam zo. 's Avond zou Nina, mijn vriendin, komen eten. Een jarenlange traditie, op dinsdagavond houden we vrouwenavond. De ene week kookt zij, de andere week ik. Enfin, omdat het mijn beurt was liep ik 's morgens naar de supermarkt in mijn buurt. Op mijn lijstje stonden: groenten, gehakt en ijs.
Je kent ze vast wel, quotes die ons erop wijzen dat we vandáág moeten leven. Ze zijn aan mij niet besteed, ik leef graag in de toekomst. Vooral op gure herfstdagen kan ik uitkijken naar een witte winter. Gezellig onder de kerstboom. Op regenachtige lentedagen fleur ik op als meteorologen mooie voorjaarsdagen voorspellen; dagen waarop iedereen weer vrolijk op straat rondstapt, al dan niet in een rokje. De lente is ook een uitstekend seizoen om, als tuinier, plannen te maken voor de toekomstige zomer.
De eerste keer dat ik Parijs bezocht was ik een jaar of twintig. Samen met Nina, mijn vriendin, zoefde ik met de trein Gare du Nord binnen. Door het prachtige stationsgebouw in beaux-artsstijl, kwamen we direct in de juiste stemming. Tegenover het station dronken we bij brasserie Terminus onze eerste kop Franse koffie, waarna we op zoek gingen naar een kamer.
Gisteren las ik een bucketlist van een onbekende. Er stonden allemaal waaghalzerijen op die ik nooit zou durven uitvoeren: parachute springen, diepzeeduiken, abseilen. Onderaan de lijst stond een wens die ik deelde, alleen op vakantie gaan. Als jong volwassene ging mijn vriendin altijd mee op reis. Daarna wisselde het reisgezelschap tussen mijn vriendin of een liefde. Geprikkeld door de wensenlijst dacht ik na over een soloreis naar Griekenland. Lekker slenteren door de straten van Athene. De Akropolis beklimmen of met de veerboot een paar eilanden bezoeken. Ideeën te over.
Omdat ik herfstvakantie had stelde mijn vriend voor er een paar dagen tussenuit te piepen. Na even googelen vonden we een hotel in de Franse dubbelstad Charleville-Mézières, een heerlijke plaats die we al vaker bezocht hebben. Zo sjeesden we afgelopen woensdag door België naar de Franse Ardennen. Om alvast in de juiste stemming te komen zocht ik voor tijdens de autorit mijn mooiste Franse muziek op: Julien Clerc, Edith Piaf, Zaz, en natuurlijk was Johnny Hallyday ook mee op stap. Enfin, je snapt het wel, de sfeer in de auto was helemaal top!
De Grote Breedstraat is recentelijk veranderd, met kantoorpanden en winkelketens zoals Wibra, Blokker en Kruidvat die de charmante huizen en kleine winkels hebben vervangen. Zelfs lunchroom De Koffiepot heeft zich gemoderniseerd, met een strak nieuw interieur in plaats van de oude koffiepottencollectie waarnaar het vernoemd was. Op het terras zijn serveersters druk bezig met bestellingen. Gezien het weer van de afgelopen periode, loop ik hier misschien wel op de mooiste dag van deze zomer.
Door het prachtige weer van de afgelopen week krijg ik zin om erop uit te trekken naar andere landen. Omdat dat nu onmogelijk is liggen er op mijn eettafel een stapel boeken van Frances Mayes waarin ze zo prachtig schrijft over haar leven in Italië, dat ik spontaan zin krijg op Funda te gaan zoeken naar een eigen casa dei sogni, droomhuis, in pizzaland.
Een van de eerste boeken die met mij mee verhuisde van mijn ouderlijk huis naar een piepklein appartement in het centrum van Rotterdam, was het Margriet kookboek. Volgens mijn moeder broodnodig om mezelf in leven te houden. Daar kon ik niet veel tegenin brengen, thuis oefenen was me nog nooit gelukt. Mijn moeder kon heerlijk koken, vooral haar draadjesvlees en stoofperen zijn nooit meer door iemand overtroffen, maar de enige bijdrage die ze van de rest van ons gezin tolereerde was: hap, slik, weg!
Sinds kort woon ik samen. Met wie weet ik niet, wel met wat. ´t Heeft een lange staart en piepkleine oortjes. Gisteren heb ik mijn buurvrouw op de hoogte gebracht van mijn vrijage. Nog voor ik uitgesproken was hing ze aan het plafond, gillend dat deze vreselijke indringer dóód moest. Wat ik dan weer niet kan, zo´n dier ten grave brengen.