In de afgelopen week kwamen er herinneringen bovendrijven aan de herfstvakantie van 1986. Samen met mijn vader, moeder, grote zus, kleinere broer en zijn vriendin bracht ik die door in Ermelo. De omgeving en het vakantiepark waren me bekend; ik bezocht de locatie eerder tijdens een schoolwerkweek. Die ervaring was destijds geweldig! Enig nadeel was dat wij, vijfentwintig jongens en meisjes, 's nachts strikt gescheiden gehouden werden door waakhonden die de nachten doorbrachten op de gang. Best flauw want, zo bleek uit de geruchten achteraf, diezelfde juffen en meesters hadden zelf de huisregels aan hun laars gelapt.
Van de vakantieweek met ons gezin herinner ik me een paar dingen. Zo stonden alle dagen de hemelsluizen wagenwijd open. Daarom kropen we elke middag met z'n allen voor een zwart-wit-tv waarop we keken naar afleveringen van de detective Miss Marple, waarin Joan Hickson een bemoeizuchtige vrouw speelde die al breiende het ene moordmysterie na het andere oploste. Theedrinkend probeerden we natuurlijk haar wijsheid voor te zijn, met wisselend succes.
Een belangrijk detail dat ik nog niet had verteld, maar essentieel is voor dit verhaal: we hadden destijds een hond genaamd Rascal. Op de laatste middag van de vakantie, terwijl we druk bezig waren met onze moordraadsels, besloot onze viervoetige vriend zonder aankondiging zijn vertier ergens anders te zoeken. Toen mijn vader dat ontdekte, brak er paniek uit. Na tevergeefs het vakantiehuisje binnenstebuiten te hebben gekeerd, begon ons hele gezin roepend door de bossen te trekken: 'Rascal!' Uren hebben we zo, uiteraard op van de zenuwen, rondgelopen. Tot mijn vader het genoeg vond. Samen keerden we terug naar ons huisje waar, je raadt het al, onze huisvriend met kwispelende staart op ons zat te wachten.
Hoewel we natuurlijk uitzinnig van vreugde waren, blijft tot op de dag van vandaag één vraag onbeantwoord: wie was de moordenaar in die ene aflevering van Miss Marple? Een mooi speurklusje voor een regenachtige herfstdag, want dit raadsel móét opgelost worden.
© Sophie Dijkgraaff