De eerste keer dat ik Parijs bezocht was ik een jaar of twintig. Samen met Nina, mijn vriendin, zoefde ik met de trein Gare du Nord binnen. Door het prachtige stationsgebouw in beaux-artsstijl, kwamen we direct in de juiste stemming. Tegenover het station dronken we bij brasserie Terminus onze eerste kop Franse koffie, waarna we op zoek gingen naar een kamer.

Nadat we bij twee hotels tevergeefs hadden gevraagd of er een kamer vrij was, belandden we bij de derde in een eeuwenoud hotel, vlak bij de kerk Saint-Vincent-de-Paul. Direct nadat we onze suite binnenliepen, werd ons de favoriete kleur van de eigenaar duidelijk. Alle muren, het plafond, de weinige meubelen en het linnengoed waren groen. In het midden stond een tweepersoonsbed met, (hoe verrassend) groen beddengoed en aan het voeteneind het enige niet groene object: een knoert van een tv. Nog met zo'n enorme bult aan de achterkant. De douche en wc bevonden zich op de gang en moesten we delen met andere reizigers. Het maakte ons niet uit. Als we de grote balkondeuren openden, roken en hoorden we Parijs. Beide stemden ons vrolijk.

De hele week ontbeten we als echte Parisiennes met stokbrood of een croissant die we doopten in een grote kop koffie. We slenterden over de Avenue des Champs-Élysées, waar we ons vergaapten aan de etalages van dure merken als Dior en Louis Vuitton. Tegenover concertzaal Olympia aan de Boulevard des Capucines, stonden we stil om even te dagdromen. Wat hadden we daar graag een concert willen bijwonen van één van de door ons geliefden Franse artiesten. Het gebouw straalde de typische Franse sfeer uit die perfect pas bij het Franse chansons. Met de metro reisden we naar Champ de Mars om de Eiffeltoren van dichtbij te zien. De Moulin Rouge in Montmartre konden we natuurlijk ook niet overslaan. Ondanks dat dit gebouw ons tegenviel, het idee dat Edith Piaf ooit in Quartier Pigalle begon met optreden als straatzangeres, maakte een hoop goed. Vlak voor vertrek kocht ik op een kleine boekenmarkt langs de Seine, als souvenir, een gedichtenbundel van Paul Verlaine. Dat boek staat sindsdien ongelezen in mijn boekenkast. De Franse taal heb ik nog steeds niet voldoende onder de knie om de poëzie goed te kunnen begrijpen.

Nog vaak ben ik terug geweest naar de Franse lichtstad, met Nina en later met mijn vriend. Nieuwe straten en pleinen heb ik ontdekt, nieuwe aankopen gedaan. Toch, zoals dat vaker gaat, de euforie van de eerste keer was verdwenen.

© Sophie Dijkgraaff

Wij maken op deze website gebruik van cookies. Een cookie is een eenvoudig klein bestandje dat met pagina’s van deze website wordt meegestuurd en door uw browser op uw harde schrijf van uw computer wordt opgeslagen.