Bij de sauna aangekomen wees Nina, mijn vriendin, me meteen op een drama: een auto hing scheef in de greppel tussen twee parkeerplekken. De bestuurder probeerde slim te zijn door over het vak voor hem te rijden. Ik zag de brokkenpiloot met een zakdoek zijn voorhoofd deppen. Naar het zich liet aanzien ontving hij goede raad van de welbekende toekijkende stuurlui.
Terwijl ik naar het tafereel keek, vertelde Nina over haar eigen parkeerblunder bij de supermarkt. "Ik had die biggenrug compleet over het hoofd gezien!" Gelukkig reed ze toen in een SUV, anders was de onderkant van haar auto eraan gegaan. Nog voor ze klaar was met vertellen ging mijn brein natuurlijk ook op zoek naar een avontuur dat ik kon delen. Nadat het archiefstuk was gevonden beschreef ik een gebeurtenis waar ik geen schuld aan had en achteraf best komisch was.
Op een zonnige dag reed ik naar het winkelcentrum. Bij de ingang van het parkeerterrein trok ik een kaartje. Tot zover ging alles goed. Met het kaartje tussen mijn tanden reed ik langzaam verder. En toen ging het fout. Nog geen tien centimeter verder moest ik abrupt stoppen. Verbijsterd keek ik toe hoe de slagboom – die bestond uit twee gedeeltes die een knik maakten – naar binnen kwam door mijn open raam. Voor ik het wist zat ik klem tussen stoel en slagboom. Paniek maakte zich meester van me terwijl ik tevergeefs probeerde de knop van de kaartjesmachine te bereiken. Gelukkig verscheen er na enige tijd een man die me vertelde dat dit vaker gebeurde. Nog geen vijf minuten later had hij een bewaker opgetrommeld die me snel te hulp schoot. Wat was ik blij!
In de tijd dat ik mijn anekdote met grootse gebaren deelde, werd de vastgereden auto uit de greppel getrokken. De pechvogel schudde uitbundig de hand van zijn redder terwijl de menigte uiteenweek. Nina en ik maakten tegelijkertijd onze veiligheidsgordels los, klaar om te genieten van onze dag in de sauna.
© Sophie Dijkgraaff