Op een zaterdag reden we goedgehumeurd naar Lier. Een paar dagen eerder had ik, samen met mijn vriend, het internet afgespeurd op zoek naar een geschikte bestemming voor een weekendje weg. Toen we de foto's zagen van de Zimmertoren, met daarop een jubelklok ontworpen door Louis Zimmer, op het gelijknamige stadsplein in Lier was de keuze snel gemaakt.

Na wat gedwaald te hebben door het Vlaamse landschap, checkten we in bij ons hotel. We dumpten onze spullen en precies op borreltijd proefden we ons eerste Belgische biertje, een Caves. Lang nadat de maan de zon had verjaagd, wandelden we terug naar onze suite via het prachtig verlichte stadspark. Op de bankjes zaten stelletjes te genieten van elkaar en van de betoverende omgeving.

De volgende morgen, na een uitgebreid ontbijt, reden we naar Begraafpark Mechelsepoort. Als je me al een tijdje volgt, weet je dat ik een zwak heb voor oude begraafplaatsen. Ik kan uren ronddwalen tussen scheve zerken en mausolea. Geïnspireerd door de verweerde foto’s op de grafstenen, verzin ik nieuwe levens voor de doden. In Lier kon ik deze fantasieën weer heerlijk de vrije loop laten.

Direct nadat ik door de poort van het begraafpark liep, viel de serene stilte over me heen. Een stenen vrouw zittend op een sarcofaag keek me doordringend aan. Aan de andere kant van het immense bouwwerk trof ik haar man, zijn blik gefixeerd op een uitbundig bloeiende rododendron. Een huwelijk voor eeuwig – uit liefde, of gewoonte? Schuin tegenover het graf zag ik een levensgrote marmeren engel wakend over het borstbeeld ernaast. Op de zuil waarop de buste stond, las ik alleen een naam: Anton Bergmann. Mijn verbeelding sloeg op hol.

Eenmaal thuis, kon ik de verleiding niet weerstaan. Ik startte mijn browser op en zocht naar Anton Bergmann. Zijn naam en de engel lieten me niet los. Blijven mijn fantasieën normaal fictie, dit keer niet. Anton Bergmann was, zoals ik al vermoedde, een belangrijk figuur in Lier: advocaat, letterkundige en historicus. Onder zijn leiding kwam er een heropleving van de Vlaamse literatuur.

Ik heb altijd gewild dat mijn as na mijn laatste ademtocht in zee zou dobberen. Het graf van Anton Bergmann bracht me op een ander idee. Zou het niet mooi zijn om net als de Lierenaar een gedenkzuil te krijgen, met een gigantische engel die alles bewaakt? Stel je voor, over pakweg honderd jaar wandelt een nieuwsgierige bezoeker langs mijn graf, doet wat onderzoek thuis en denkt: die Sophie is precies zoals ik me voorstelde, een geweldige schrijfster... Dat zou prachtig zijn, nietwaar?

© Sophie Dijkgraaff

Wij maken op deze website gebruik van cookies. Een cookie is een eenvoudig klein bestandje dat met pagina’s van deze website wordt meegestuurd en door uw browser op uw harde schrijf van uw computer wordt opgeslagen.