Het beloofde een stralende dag te worden. De zon scheen uitbundig en met een opgewekt gevoel fietste ik langs kleine dorpjes. De tuinen toonden hun kleurenpracht: ooievaarsbek, hortensia's en andere zomerbloeiers. In de sloten waren eenden en zwanen druk in de weer met hun kroost. Kortom, het was een dag waarop je zeker weet: de wereld is mooi.
Na een flink stuk trappen begon de steile klim naar de Algerabrug. Enigszins moe geworden vond ik het niet erg dat de sluis open ging bij aankomst. Zo had ik even tijd om naar de passerende boten te kijken. Altijd prachtig hoe ze door het water glijden, of het nu voor werk of plezier is. Voor me stond een echtpaar. De vrouw keek zuur en snerpte tegen haar man: "Maken ze nu echt de brug open voor één boot?"
Haar man keek haar geërgerd aan, maar zei niets. Waarschijnlijk had hij jaren geleden al besloten niet meer te luisteren naar zijn eega. Mevrouw Zeurkous wilde van geen wijken weten en bleef onverstoorbaar de lucht vullen met haar geklaag. Mijn nekharen gingen overeind staan.
Intussen kwam er een grote groep motorrijders aanrijden; een optocht van mannen in zwartleren kleding en helmen waar grijze staarten onderuit piepten. Na ons gepasseerd te hebben, stonden ze stil voor de slagboom. De vrouw vond meteen een nieuw onderwerp voor haar gezanik. "Kijk nou, die zijn gewoon over de witte streep gereden," hoorde ik haar zeggen. De ergernis in mij werd groter. De ogen van haar man keerden zich van de boot af en kregen de motorrijders in het vizier. Even lichtten zijn ogen op. Nog steeds bleef hij zwijgen.
Ik stelde me voor hoe hij fantaseerde een van de bikers te zijn, met achterop een vrouw die vrolijk lachte en hem aanmoedigde de motor eens flink te laten ronken. Ontsnapt aan de regels die hem al jaren gevangen hielden.
Mijn gepeins werd onderbroken door een luid gepiep. We konden weer verder. "Eindelijk", verzuchtte de vrouw. Tja, het was al elf uur op een zondagmorgen, dus haast was geboden! Terwijl ik opstapte, glimlachte ik naar de zon en fietste weg van de klagende stem. In gedachten hoorde ik een van mijn vaders favoriete spreekwoorden: de wereld is mooi, maar de mensen kunnen beter.
© Sophie Dijkgraaff