Als je aan een vijver woont, krijg je vaak de vraag: "Zitten er ook vissen in?" Nou, reken maar! Onze vijver is het thuis van gigantische karpers die zich traag en majestueus door het water bewegen. Gelukkig zijn de vissers de laatste tijd wat dunner gezaaid; er is weinig treuriger dan zo’n kolos spartelend aan een haakje.

Ik moet eerlijk zijn: ik heb ook wel eens een hengel uitgegooid. Niet omdat ik erop gebrand was om een vis te vangen – de gedachte aan zo’n glibberig beest van het haakje halen deed me huiveren. Nee, ik deed het uit pure verliefdheid. Je weet vast wel, verliefdheid maakt je ineens enthousiast voor dingen die je normaal niet zou overwegen. Dus toen mijn nieuwe vlam vroeg of ik een keertje mee wilde gaan vissen, voelde dat bijna als een huwelijksaanzoek. Natuurlijk zei ik: “Ja, ik wil!”

En zo stonden we op een zonnige zondagochtend aan de oever van De Zweth, een schilderachtig riviertje net buiten Rotterdam. Een romantische setting zou je denken, als je de levende maden – die tot mijn afgrijzen in de koelkast hadden liggen wachten op hun lot – even wegdenkt. Mijn vriend, die inmiddels de zelfverzekerdheid van een doorgewinterde visser uitstraalde, zwiepte zijn hengel met een elegante beweging over zijn schouder en lanceerde het aas perfect in het water. Ik stond erbij en zwijmelde: wat een held!

Na die worp was ik aan de beurt. Als een meester met zijn leerling, stapte hij achter me en nam mijn arm in zijn stevige greep, alsof we samen aan een levensbelangrijke operatie begonnen. "Kijk, zo doe je dat," zei hij, zijn stem kalm maar doordrenkt met de autoriteit van iemand die dit al duizend keer had gedaan. Ik voelde me als een ijverige leerling op de ochtend van een groot examen, vastbesloten om alles goed te doen.

Met zijn aanwijzingen in mijn hoofd kopieerde ik zijn beweging—benen wijd, knieën licht gebogen en de zwier naar achteren... En ja hoor, ik had beet! Alleen bleek mijn vangst geen vis, maar een boom! Ik liet me niet uit het veld slaan. Onverstoorbaar peuterde ik alles los en waagde een tweede poging. Met hetzelfde, treurige resultaat. Het geduld van mijn leraar was toen wel zo’n beetje op, en de vissen-voor-dummies-sessie werd beëindigd.

Na uren vruchteloos naar dat dobbertje te hebben gestaard, tuften we uiteindelijk op de brommer weer naar huis. Jaren later strandde onze relatie. In plaats van een vis had mijn vriend een majorette aan de haak geslagen. Zo gaan die dingen; tijd heelt alle wonden zeggen ze dan. Wat ik echt jammer vind is dat we toen nog geen smartphones hadden. Niet eens voor de herinneringen, maar als bewijs dat ik het écht geprobeerd heb.

© Sophie Dijkgraaff

Wij maken op deze website gebruik van cookies. Een cookie is een eenvoudig klein bestandje dat met pagina’s van deze website wordt meegestuurd en door uw browser op uw harde schrijf van uw computer wordt opgeslagen.