Als kind kreeg ik vaak de vraag: "Wat wil je later worden?" Daar hoefde ik nooit lang over na te denken. Prinses, natuurlijk! In mijn fantasie was alles al uitgedacht: een glazen koets om naar school te rijden en lang, weelderig haar, zoals Raponsje, zodat mijn prins erlangs omhoog kon klimmen.

Om mijn droom waar te maken, naaide mijn moeder prinsessenjurken voor mijn zus en mij. Pofmouwen, een gesmokt lijfje en een wijde rok vol madeliefjes, afgewerkt met een randje kant. We waren gelukkig! Elke avond trokken we de japonnen aan en dansten door onze slaapkamer. In onze armen een denkbeeldige prins – ja, daar geloofde ik toen nog in – wiens witte paard buiten wachtte in de maanverlichte nacht.

Op een avond zaten mijn ouders na het avondeten koffie te drinken in de woonkamer, bij hun nieuwste trots: een chique marmeren salontafel. Waarschijnlijk hadden ze iets lekkers erbij, want mijn vader was een echte snoeper. Mijn zus en ik liepen de kamer binnen. Ze wierp me een veelbetekenende blik toe, alsof we dit moment samen hadden gepland. Zonder aarzelen boog ze elegant en verkondigde, met een vleugje drama: "Wij willen balletdanseressen worden."

Mijn ouders knikten slechts, met de blik van 'kind, het zal wel' op hun gezichten. Mijn zus trok zich daar niets van aan en begon vol overgave aan haar dans. Ze draaide sierlijke pirouettes, haar armen elegant boven haar hoofd en haar voeten geplaatst alsof ze spitzen droeg. Na door de kamer te hebben gezweefd, sloot ze haar dans af met wat leek op een pas de deux – of beter gezegd, een pas de un. Met een korte buiging maakte ze het af, maar ze was nog niet klaar. Zelfverzekerd zwaaide ze een been de lucht in – want ja, zo doen echte ballerina’s dat.

Even leek het perfect, totdat … ze haar evenwicht verloor. Haar voet kwam bovenop de nieuwe salontafel. Met een doordringend gekraak brak het tafelblad precies in tweeën. Koffiekopjes en de koektrommel vlogen door de lucht. Geschrokken keek ik naar mijn vader. Hij was een man die nooit snel van zijn stuk te brengen was, maar nu de nieuwe tafel kapot was, dacht ik dat hij een eigen uitvoering van de pirouette zou bedenken. Niets daarvan. In plaats van boos te worden, lag hij dubbel van het lachen: "Zo, meisjes, balletdanseressen zullen jullie niet worden. Geen evenwichtsgevoel!"

Als iemand mij nu zou vragen: "Wat wil je worden?", zou ik antwoorden: "Schrijfster!" Geen beroemde, wel een goede. En dan hoop ik dat mijn ouders af en toe tevreden naar beneden kijken.

© Sophie Dijkgraaff

Wij maken op deze website gebruik van cookies. Een cookie is een eenvoudig klein bestandje dat met pagina’s van deze website wordt meegestuurd en door uw browser op uw harde schrijf van uw computer wordt opgeslagen.