We zaten gezellig bij Irodion, de Griek vlak bij mijn huis. De aroma’s van Stifado en Kalamaria stegen op van onze borden en mengde zich in de lucht. Onze glazen Ouzo stonden op typisch Griekse onderzetters met het meandermotief – cliché, maar sfeervol. Met mijn ogen dicht liet ik de klanken van de bouzouki op de achtergrond me meenemen naar een terras op een zonovergoten eiland, waar alles eenvoudiger leek.

Griekenland: Aegina, de Peloponnesos, Athene – de herinneringen flitsten voorbij als een nostalgische reisgids die we samen doorbladerden. Misschien had ik de volgorde moeten omdraaien, want Athene was de eerste plek die we ontdekten. De beelden kwamen direct terug: de zon die fel weerkaatste op de witgekalkte zuilen van de Akropolis, waardoor ze schitterden in het heldere licht; de plechtige wisseling van de wacht op het Syntagmaplein; en de aanblik van versgebakken bougatsa bij bakkerij Ariston – een lekkernij die we toen niet konden weerstaan.

Onze eerste vakantie was niet alleen een aaneenschakeling van mooie beelden, maar ook een verzameling onvergetelijke momenten, die al snel begonnen toen we vanuit de aankomsthal naar de bushalte liepen. De Griekse zon omhulde ons als een warme deken – een gevoel dat direct de vakantiesfeer inluidde. Na enige tijd wurmden we ons met onze rugzakken in een overvolle bus, waar de geur van knoflook domineerde. Onze bestemming was het Monastiráki-plein, waar we de markt wilden verkennen voordat we naar het hotel gingen.

“En daar ging het al meteen mis”, lachte mijn vriend, terwijl hij me schalks aankeek.
“Nou, inderdaad. Maar jij moest zo nodig achter die bus aan!”
Dat zat zo: net nadat we bij onze halte waren uitgestapt, ontdekte ik dat ik mijn lievelingsjas in de bus had laten liggen. Je kent dat gevoel – die paniek die je voelt als je beseft dat je favoriete kledingstuk ergens achtergebleven is. Mijn held zag mijn teleurstelling en aarzelde geen moment: hij hield een taxi aan. De chauffeur, die zichzelf als de Griekse Max Verstappen beschouwde, trapte het gaspedaal in. Met een bloedgang raceten we door de stad, namen scherpe bochten en negeerden rood licht, totdat ik eindelijk weer mijn jack in mijn armen kon sluiten! Eenmaal terug in het centrum was de markt nog open, waardoor we alsnog rustig langs de kraampjes konden slenteren – met mijn jas stevig onder de arm, die liet ik natuurlijk geen seconde meer los!

"Herinner je je die nacht in het Art Gallery Hotel nog? Wat een avontuur was dat!" zei mijn vriend, terwijl hij om zich heen keek, alsof hij weer in die hotelkamer stond. "Als je het nu googelt, zie je prachtige kamers. Maar toen? Wat een bouwval!"
Ik grinnikte en antwoordde:  "Die ventilator boven ons bed, dat was het ergste. Hij draaide niet alleen, maar schudde alsof hij elk moment naar beneden zou storten. Ik heb die nacht amper geslapen, bij elke wiebel zag ik mijn hoofd door de kamer rollen."
Mijn vriend lachte: “Inderdaad, ik was blij dat we maar één nacht hadden geboekt!”

Met een tevreden glimlach nam ik een slok van mijn frappé, terwijl de ober mijn vriend een dampend kopje sterke Griekse koffie bracht. Het restaurant verwende ons met een glaasje Metaxa, alsof ze ons wilden belonen voor het overleven van onze kleine avonturen in Athene. Terwijl we het glas hieven, realiseerden we ons dat het uiteindelijk de onvolmaakte momenten zijn die onze herinneringen het meest bijzonder maken.

© Sophie Dijkgraaff

Wij maken op deze website gebruik van cookies. Een cookie is een eenvoudig klein bestandje dat met pagina’s van deze website wordt meegestuurd en door uw browser op uw harde schrijf van uw computer wordt opgeslagen.