Maandagochtend. Mijn laptopscherm lichtte op terwijl de maan nog hoog aan de hemel stond en de zon aarzelend achter mijn huis vandaan kroop. Rond de vijver werd het langzaam levendig: de ganzen hielden een luidruchtige teammeeting, een merel dropte zijn nieuwste hit. Met een slok dampende koffie keek ik naar deze gratis ochtendshow. In de verte ontwaakte de stad – mensen haastten zich naar hun werk, kinderen vertrokken naar school. Een buurtkat sloop als een undercoveragent richting de vijver.

Pling! Mijn laptop piepte. De eerste mail rolde binnen. Tijd om het ochtendtafereel in te ruilen voor spreadsheets en deadlines.

Later die ochtend, tussen de werkhectiek door, stapte ik even het balkon op. De hortensia’s, blauwe regen en seringenboom gaven me een geruststellend teken van leven. Aan hun takken verschijnen de eerste knopjes, zachtgroen met een vleugje bruin. Een nieuw seizoen dient zich aan: het balkonseizoen.

Zodra mijn werkdag erop zat, klapte ik mijn laptop dicht. Op de salontafel lag Terras & Balkon, een boek vol ideeën om van mijn kleine buitenruimte een paradijs te maken. Elk jaar blader ik er door, want net zoals een hobbytuinder nooit uitgetuinierd raakt, heeft een balkontuinder altijd nieuwe plannen.

Mijn pen gleed vlot over het papier terwijl ik een schets maakte van het balkon. Langs de rand noteerde ik de planten die dit jaar mijn oleanders en mini-rhododendrons gezelschap gaan houden. Het verlanglijstje groeide: geurige lathyrus, speels kaasjeskruid, een stekelpapaver, wuivende siergrassen, een ouderwets ruikende roos – en ga zo maar door. Ik wil altijd te veel...

Na het maken van mijn plannen spitte ik de tips van Rob Sterk door over de standplaats en verzorging van mijn gekozen planten. Dit jaar ga ik het namelijk anders doen dan anders. Dit keer zoek ik vooraf uit welke planten van mijn verlanglijstje echt geschikt zijn voor een balkon op het zuidwesten – en niet, zoals altijd, blindelings alles meenemen wat in het tuincentrum te mooi is om te laten staan. Hoe vaak ik al een plant heb moeten wegbonjouren, omdat hij het niet naar zijn zin had onder mijn zon? Talloze keren!

Zo kocht ik ooit, in een aanval van hebben-hebben-hebben, een exotische schoonheid met felgekleurde bloemen. De naam schiet me even niet te binnen. Enfin, op het kaartje stonden – naast een behoorlijk hoge prijs – de symbolen: zon, weinig water. Ik vermoed dat dat kaartje uit zijn oorspronkelijke pot was ontsnapt, want na een week was de liefde wederzijds opgebrand en kon mijn zogenaamde zonaanbidder linea recta de kliko in.

Terwijl ik puzzelde met plantkeuze, kleur en standplaats, kwam een majestueus zwanenpaar aangevlogen. Het lage, ritmische geluid van hun vleugels vermengde zich met het gespetter van het water. In het avondrood zakte de zon langzaam achter de bomen. Automatisch krulde mijn mond omhoog in een glimlach. Ik dacht aan het voorjaar; hopelijk zwemt het zwanenkoppel dan weer voorbij, met pulletjes en kan ik ze bewonderen vanaf een balkon vol met bloemen. Wat een cadeautje zou dat zijn!

© Sophie Dijkgraaff

Wij maken op deze website gebruik van cookies. Een cookie is een eenvoudig klein bestandje dat met pagina’s van deze website wordt meegestuurd en door uw browser op uw harde schrijf van uw computer wordt opgeslagen.