De zon staat al hoog als we het park in lopen. De vogels geven een gratis concert – merels, mezen, roodborstjes – allemaal even overtuigd dat hún melodie de hoofdact is. Het is zo’n geluid dat je alleen hoort als je geen haast hebt. Gelukkig is het zondag. Nina en ik hebben tijd.

Met onze telefoons paraat – misschien zien we iets Instagramwaardigs – volgen we een kronkelend pad. Aan de rand bloeit daslook: honderden witte sterretjes in het groen. Mijn vriendin buigt zich voorover en mompelt een ‘wow’.

“Weet je dat daslook familie is van de ui?” vraag ik. “Je kunt er pesto’s en soep van maken.”
“O, klinkt lekker, maak dat eens op dinsdag,” zegt ze.
Dinsdag is onze vaste samen-eetavond. Ik buk, wrijf over de bladeren en snuif de geur op – het is alsof Moeder Natuur net de knoflookpers ter hand heeft genomen. We maken een paar foto’s en slenteren verder.

Aan de andere kant van het park zien we dat het terras bij het pannenkoekenhuis overvol is. Kindergeschater, rammelend bestek, zonnebrillen op hoofden en voeten in slippers.
“Toch even kijken of er een tafeltje is?” vraagt Nina.
Ik knik. “Zeker. Zin in een Chardonnay?”
Ze grijnst. “Altijd. En jij?”
“Doe mij maar wijn én bitterballen.”

We vinden zowaar een plekje in de zon. De ober verschijnt meteen, alsof hij op ons stond te wachten. Even later zitten we al van onze wijn te nippen, delen een portie bitterballen (altijd te weinig) en doen waar wij een talent voor hebben: mensen kijken. Kleuters knoeien met pannenkoeken, ouderen genieten van alles wat niet hoeft. De geur van zonnebrandcrème, siroop en smeltende boter hangt als een lentedeken over het terras. Mijn vriendin zucht tevreden. Ik doe haar na.

Op de terugweg passeren we opnieuw het veld vol witte sterren. Op het pad staat een vrouw met een rieten mandje aan haar arm en een klein hondje aan haar voeten.
“Ik heb net daslook geplukt”, zegt ze spontaan. “Ga ik straks een lekker stamppotje van maken.” Ze houdt het mandje onder onze neus alsof het truffels zijn. Beleefd bewonderen we haar oogst. Dan zien we tegelijkertijd wat er achter de vrouw gebeurt. Het hondje is klaar met wroeten in de aarde, draait zich om en plast een flinke straal over het daslookveld.

We roepen nog snel: “Smakelijk eten straks!” voordat we verder lopen.
Nina houdt het tien meter vol, dan proest ze uit: “Zeg Sophie … die dinsdagavond met pesto of soep? Laten we dat nog even uitstellen!”

© Sophie Dijkgraaff

Wij maken op deze website gebruik van cookies. Een cookie is een eenvoudig klein bestandje dat met pagina’s van deze website wordt meegestuurd en door uw browser op uw harde schrijf van uw computer wordt opgeslagen.