Waarom gebeurt het toch elke keer weer? Zodra ik op het scherm lees: u wordt gecontroleerd, breekt het klamme zweet me uit. Alsof ik op heterdaad betrapt ben op iets wat ik nooit zou doen. Wat ook niet helpt: de controleur. Een forse man die weliswaar ‘goedemorgen’ bromt, maar die me aankijkt alsof ik al schuldig ben bevonden. Op zijn gemak haalt hij mijn zorgvuldig ingepakte boodschappen uit de tas: de zware spullen onderin, de eieren, groenten en een croissant erboven.
Nu moet ik iets bekennen – iets kleins, maar toch strafbaar: ik heb ooit iets gepikt. Bij de HEMA.
Ik was achttien en wanhopig op zoek naar aansluiting bij de populaire meisjes uit mijn klas. Terwijl ik met de rest van de klas in het zwembad dobberde – een activiteit waar ik een hekel aan had – deden zij allemaal ‘coole’ dingen, zoals make-up stelen.
Op een dag mocht ik mee. Die avond glipte er een lipgloss in mijn beautycase. Door mijn ik-wil-erbij-horen gedrag was ik ineens een dievegge met roze lippen. En rode wangen – mijn schaamte was groot.
Al is het 43 jaar geleden, soms denk ik nog: sorry, HEMA, mijn fout.
Daar zouden politici nog iets van kunnen opsteken: eerlijk verantwoording afleggen en écht sorry zeggen voor de wanprestaties van de afgelopen jaren. Maar wat hoor ik in de campagnedebatten? Vooral veel jij-bakken en vingertjes wijzen alsof ze een klas vol recalcitrante pubers voor zich hebben. Vóór de campagne beloofden ze ‘elkaar heel te laten’, maar tijdens de debatten raakte die belofte snel buiten beeld.
Ik ben benieuwd hoe lang het formeren deze keer gaat duren – en of deze dames en heren het vier jaar zonder onderling gekibbel volhouden. Als ze het áchter de schermen net zo slecht regelen als voor de camera, voorspel ik genoeg stof voor nieuwe jij-bakken.
Intussen liggen mijn boodschappen kriskras in mijn winkelwagen. Natuurlijk houd ik mijn mond. De strenge blik van de controleur duldt geen tegenspraak. Even moet ik terugdenken aan dat verhaal van een moeder en dochter bij Ook dat nog! Gezien?
De moeder – meesterlijk gespeeld door Jelka van Houten – vertelde hoe zij en haar dochter door een overijverige Albert Heijn-controleur werden meegesleurd omdat ze een trosje druiven en een plastic tas over het hoofd hadden gezien bij het scannen. Eenmaal in handen van de politie, die met loeiende sirene kwam aangescheurd, zaten ze urenlang gescheiden achter de tralies. Ik zou gillend gek zijn geworden.
Alsof een tros druiven en een tasje de prioriteiten van de dag zijn.
Na de zoveelste piep verdwijnt mijn sla onder een grote flacon wasverzachter. Geïrriteerd kijk ik naar de controleur, die stoïcijns meldt: “Het is goed zo.” Natuurlijk. Alsof ik spullen van een paar euro stiekem zou willen meenemen.
Als ik mezelf wilde verrijken, koos ik toch voor een spectaculairdere actie. Het Louvre bijvoorbeeld. Met het juiste materiaal bleek het verdomd makkelijk daar binnen te komen.
Zoals gezegd: ik weet het verschil tussen goed en fout. En erbij willen horen? Die behoefte heb ik inmiddels keurig afgeleerd.
Laat mij mijn gang maar gaan – dat is mijn levenslied.
© Sophie Dijkgraaff

