Ken je dat ongemakkelijke moment dat je de winkel uitloopt en het alarm ineens afgaat? Je werpt een snelle blik naar de kassière, ook al weet je zeker dat je alles netjes hebt betaald. Mijn wangen kleuren dan meteen vuurrood en het ergste: ik begin te stotteren. Alsof ik inderdaad op heterdaad betrapt ben.
Het matige weer van de afgelopen week heeft me zin gegeven om naar het buitenland te gaan. Aangezien de vakantie nog even duurt, heb ik een stapel boeken van Frances Mayes op mijn eettafel liggen. Haar prachtige verhalen over haar leven in Italië laten me spontaan dromen van een eigen casa dei sogni, een droomhuis, in pizzaland.
Luister jij ook naar de Top 2000? Het is voor mij ieder jaar een muzikale reis door de tijd. Van dat iconische Bob Dylan-concert in Ahoy tot legendarische shows in De Kuip van David Bowie, The Rolling Stones, U2 en Bruce Springsteen – ze komen allemaal voorbij, elk met zijn eigen herinneringen. Toen gaven ze alles op het podium, vol energie en enthousiasme. En hoewel Mick Jagger en The Boss nu ouder zijn, geven ze nog steeds een geweldige show. Als ik later zo fit oud mag worden, teken ik ervoor!
In mijn gang hangen twee houten schaatsjes van toen ik een jaar of vijf was. Ze herinneren aan die winters dat mijn zus en ik schaatslessen kregen van mijn vader. Hij hield een stoel rechtop aan de leuning, en daar hingen wij achter. Mijn zus had de slag al snel te pakken, ik niet. Zelfs toen ik mijn vader had ingeruild voor een tienerliefde die me meenam naar de Ton Menken ijsbaan, lag ik vaker op het ijs dan dat ik erop stond.
Mijn vriendin Nina was al tijden vruchteloos op zoek naar een outfit voor een bruiloft. Tot ze vorige week in een of ander hip tijdschrift een waanzinnige jurk ontdekte. Eén probleempje: de winkel die deze moet-ik-hebben jurk verkocht, bevond zich in België. Om precies te zijn, in de stad Namen. Hoewel ik in eerste instantie wat tegensputterde, leek het me uiteindelijk een prima excuus voor een weekendje weg. Dus met een flinke vaart richting Wallonië.
Als kind kreeg ik vaak de vraag: "Wat wil je later worden?" Daar hoefde ik nooit lang over na te denken. Prinses, natuurlijk! In mijn fantasie was alles al uitgedacht: een glazen koets om naar school te rijden en lang, weelderig haar, zoals Raponsje, zodat mijn prins erlangs omhoog kon klimmen.
Vroeger denderden caravans als een tsunami door de straten, een onmiskenbaar teken dat de vakantie was begonnen. Tegenwoordig zijn het campers die voorbijrazen. De rondreizende medemens wil wel eens wat anders, zo blijkt. Al deze gein is aan mij niet besteed. Jaren geleden wilde ik nog wel een tent opzetten, nu heeft een hotel mijn voorkeur. Liefst een klein onderkomen in een landelijke setting waar je vanaf het terras zo je bed kunt induiken. Trouwens, dat doet me ergens aan herinneren.